
Spreekwoorden: (1914)
Van de hand in den tand leven,d.w.z. elken dag verteren wat men verdient; het krap, niet breed hebben. In de 16<sup>de<-sup> eeuw bij Campen, 83: tis mit hem van den handen inden tanden; Goedthals, 119: vander handt inden tant varen, le souffreteux mange son bled en herbe; Idinau, 269:
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Van de hand in den tand leven,d.w.z. elken dag verteren wat men verdient; het krap, niet breed hebben. In de 16<sup>de<-sup> eeuw bij Campen, 83: tis mit hem van den handen inden tanden; Goedthals, 119: vander handt inden tant varen, le souffreteux mange son bled en herbe; Idinau, 269:
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.